De Siciliaanse Vespers (Italiaans I Vespri Siciliani) is de populaire naam voor de volksopstand die op 31 maart 1282 te Palermo op Sicilië uitbrak en zich vandaar over het gehele eiland verbreidde.
Het was een vrij algemeen verzet uit ongenoegen tegen de heerschappij van koning Karel van Anjou. Deze had met harde hand zijn gezag opgelegd en daarbij zowel de moslims (die er nog steeds een belangrijke plaats innamen) als de aanhangers van de door hem verdreven Hohenstaufen (Manfred en Konradijn), tegen zich in het harnas gejaagd. Hij had ze van hun land en privileges beroofd, hen verjaagd en vervangen door edelen en boeren uit de Franse Provence.
Bovendien hief hij zware belastingen met het oog op zijn geplande oorlog tegen het Byzantijnse Rijk. Internationaal was een van de vijanden van Karel van Anjou dus de Byzantijnse keizer. Een andere was Peter III van Aragón, die door zijn huwelijk met een dochter van Manfred, Constance, aanspraak kon maken op de Siciliaanse troon.
Karel had in 1282 een grote vloot klaar voor een expeditie tegen Byzantium, toen in maart de opstand uitbrak. Aanleiding was, volgens een volksverhaal de belediging van een Siciliaanse vrouw door Drouet, een Frans soldaat. De vrouw was op weg naar de avonddienst (de vespers) in de kerk Santo Spirito te Palermo en werd door de Fransman gefouilleerd op verboden wapenbezit. Dit ontaardde in een publiek schandaal. In de kerk werd de man neergestoken, wat het sein gaf tot een algemene moordaanval op al wat Frans (Provençaals) was. Er vielen veel slachtoffers.