Spaans idioma español, castellano | ||||
---|---|---|---|---|
Gesproken in | Spanje, grote delen van Latijns-Amerika, verder o.a. in de Verenigde Staten (voornamelijk in het zuiden), Equatoriaal-Guinea, Filipijnen, Westelijke Sahara | |||
Sprekers | 450 à 489 miljoen moedertaal,[1][2] 525 à 580 miljoen totaal[3] | |||
Rang | 2 (als moedertaal) | |||
Taalfamilie | ||||
Dialecten | ||||
Creoolse talen | ||||
Alfabet | Spaans alfabet | |||
Officiële status | ||||
Officieel in |
Spanje
Argentinië Bolivia Chili Colombia Costa Rica Cuba Dominicaanse Republiek Ecuador El Salvador Equatoriaal-Guinea Guatemala Honduras Mexico Nicaragua Panama Paraguay Peru Venezuela Uruguay Ook in: Puerto Rico (VS) Westelijke Sahara/SADR Afrikaanse Unie Europese Unie Unie van Zuid-Amerikaanse Naties Verenigde Naties | |||
Taalorganisatie | Asociación de Academias de la Lengua Española (Real Academia Española) | |||
Taalcodes | ||||
ISO 639-1 | es | |||
ISO 639-2 | spa | |||
ISO 639-3 | spa | |||
|
Spaans (español) of Castiliaans (Spaans: castellano) is een Romaanse taal en, qua moedertaalsprekers, na het Mandarijn de meest gesproken taal ter wereld.[4][5] Voor ongeveer 450 miljoen mensen is Spaans de moedertaal, terwijl nog eens 75 miljoen Spaans als tweede taal spreken.
De historische oorsprong van de taal ligt in Spanje, maar de meeste moedertaalsprekers zijn in Latijns-Amerika te vinden. In Spanje zelf worden naast de regionale varianten van het Spaans ook nog andere Romaanse talen gesproken: Galicisch, Catalaans, Astur-Leonees, Aragonees en Aranees. Het Baskisch, dat wordt gesproken in een klein deel van noordelijk Spanje, is geen Romaanse en zelfs geen Indo-Europese taal.