In de taalkunde is een stam een woordvorm die de basis is voor alle door middel van flexie, samenstelling en afleiding daaruit gevormde woorden. Veelal is de stam het deel van een woord dat overblijft wanneer men de buigingsuitgangen weghaalt, zij het dat nog met spelling(s)regels rekening gehouden moet worden, zoals hieronder uiteengezet.
In de praktijk echter wordt met 'stam' (ook: stamwoord, radix ofwel wortel, stam-morfeem, grondwoord, lexicaal morfeem) vaak de lexicale "kern" van een woord bedoeld. Het gaat dan om dat bestanddeel van een woord dat morfologisch niet verder ontleed kan worden (een morfeem dus) en dat de kern vormt en de samenhang bepaalt van een zogeheten woordfamilie.