Stekelhuidigen Fossiel voorkomen: Cambrium[1] — heden | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Diversiteit van de stekelhuidigen | |||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||
| |||||||||
Stam | |||||||||
Echinodermata Bruguière, 1791 | |||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||
Stekelhuidigen op Wikispecies | |||||||||
|
De stekelhuidigen (Echinodermata) vormen een stam van ongewervelde dieren die voorkomen in zee. De stekelhuidigen zijn te herkennen aan hun meestal vijfstralige radiale symmetrie. De stam omvat een aantal bekende zeedieren zoals de zeesterren, zee-egels, zeekomkommers en de zeelelies. Er zijn ongeveer 7000 levende soorten beschreven, wat het de op een na grootste groep van deuterostomen maakt, na de chordadieren (gewervelden en verwanten).
Stekelhuidigen zijn typische bewoners van de zeebodem. Het is een van de weinige diergroepen die overvloedig voorkomen in de diepzee, evenals in ondiepere oceanen. De meeste stekelhuidigen kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten en delen van hun lichaam regenereren. In de twintigste eeuw werden stekelhuidigen veel gebruikt voor het onderzoek naar biologische regeneratie. Geologisch gezien zijn stekelhuidigen van groot belang door hun geossificeerde skeletten, die waardevolle aanwijzingen kunnen geven over de stratigrafische omgeving.
De eerste stekelhuidigen verschenen aan het begin van het Cambrium. De groep onderging een snelle evolutie gedurende het Mesozoïcum, en hadden een grote sturende rol in de ecologie van de wereldzeeën. Eén opvallende uitgestorven groep, de zeelepelachtigen (Homalozoa), lijkt dicht bij de evolutionaire oorsprong van de stekelhuidigen te liggen. Deze dieren hadden uitwendige kieuwen waarmee ze voedingsdeeltjes uit het zeewater filterden, vergelijkbaar met die van chordadieren en hemichordaten.[2]