De stempel of het stigma is het al of niet verbrede, meest kleverige, bovenste gedeelte van de stamper, dat het stuifmeel opneemt.
De stempel is bedekt met papillen waaroverheen een cuticula ligt. Stempels kunnen nat of droog zijn. Het vochtige laagje wordt een exudaat genoemd. Planten die geen exudaat produceren hebben een droge stempel. Dit exudaat speelt een cruciale rol in het bepalen van de richting van de pollenbuis-groei. De stuifmeelbuis van een stuifmeelkorrel kan een rond gaatje maken in de cuticula, waarna de stuifmeelbuis de stijl in kan groeien. In de stijl is geleidingsweefsel aanwezig, zoals bij Petunia of er is een open stijlkanaal, zoals bij Lelie. Het geleidingsweefsel bestaat uit cellen die omgeven zijn met veel pectine. De pollenbuis lost met behulp van enzymen de pectine op en kan daardoor tussen de cellen doorgroeien.