Sudetenland (Tsjechisch en Slowaaks: Sudety; Pools: Kraj Sudetów), vernoemd naar het Sudetengebergte, is een overwegend na 1918 gebruikte benaming voor een regio in het huidige Tsjechië (toendertijd Tsjecho-Slowakije) waar zich sinds de middeleeuwen Duitstaligen hebben gevestigd.[1] Men ging deze groep Sudeten-Duitsers noemen. Deze benaming had een geo-politieke achtergrond. Streven van het in 1878 opgerichte Duitse Rijk was in die jaren, grondgebieden die niet onder hun heerschappij vielen, op deze manier te verduitsen (germaniseren) en er zo invloed te krijgen, of als rechtvaardiging om een gebied later militair binnen te kunnen trekken.
In het gebied liggen onder andere de steden Cheb (Eger), Karlovy Vary (Karlsbad), České Budějovice (Budweis), Mariánské Lázně (Mariënbad), Ústí nad Labem (Aussig an der Elbe) en Liberec (Reichenberg).
Zie ook Lijst van Duitse namen van plaatsen in Tsjechië.