In Rusland wordt naast het Russisch een groot aantal andere talen gesproken. Veel van deze talen hebben een co-officiële status in de autonome republieken en autonome districten waar de meeste sprekers wonen. Ook in gebieden waar de inheemse bevolking haar eigen taal heeft is het Russisch echter dominant, overal als tweede taal, maar vaak zelfs als moedertaal.
In 2002 was 98,2% van de 145.166.731 inwoners van Rusland het Russisch machtig. De taal met het op een na grootste aantal sprekers was het Engels, dat door 4,8% beheerst werd. De grootste inheemse talen waren het Tataars (3,7%), het Basjkiers (1%) en het Tsjoevasjisch (0,9%), alle drie Turkse talen, het Oost-Slavische, aan het Russisch verwante Oekraïens (1,3%) en het Kaukasische Tsjetsjeens (0,9%).
Alle gegevens in onderstaande tabellen zijn gebaseerd op de volkstelling van 2002.