Telescoop (optica)

VISTA, een telescoop op Paranal

Een telescoop is een optisch instrument waarmee verre voorwerpen vergroot kunnen worden waargenomen. De naam komt van het Griekse τῆλε (tèle), ver en σκοπεῖν (skopéin), zien, bekijken.[1] Het woord televisie, half Grieks, half Latijn, betekent hetzelfde, maar hier gaat het om een heel ander toestel.

De woorden telescoop en verrekijker betekenen dus hetzelfde, maar de instrumenten zijn voor verschillende toepassingen.

Verrekijker
Voor waarnemingen op aarde, vaak met twee ogen, om in de hand te houden. Geeft (meestal door ingebouwde prisma's) een rechtopstaand beeld.
Telescoop
Voor astronomische waarnemingen (of aardse waarnemingen op grote afstand), monoculair, moet op een statief worden gebruikt, geeft een omgekeerd beeld.

Oorspronkelijk is een telescoop een instrument dat gebruikt wordt voor zichtbaar licht. Tegenwoordig zijn er telescopen voor alle golflengtegebieden tussen radiostraling (radiotelescopen) en gammastraling. Instrumenten worden ook telescoop genoemd als de techniek verschilt van die van optische telescopen.

Om de invloed van de aardatmosfeer en lichtvervuiling te verminderen worden telescopen vaak geplaatst op een hoge berg, in een luchtballon, of in de ruimte.

  1. De term werd voorgesteld door Ioannes Demisianos op 14 april 1611 tijdens een banket van de Accademia dei Lincei georganiseerd door Frederico Cesi ter ere van Galileo Galilei. Zie: Teleskopos: How the telescope got its name, The Renaissance Mathematicus, 12 juli 2011

Developed by StudentB