De muziektheorie[1] verstaat onder het toongeslacht de manier waarop een tetrachord wordt opgebouwd: uit welke typische intervallen of tonen het bestaat. De westerse klassieke muziek kent qua tonaliteit vooral het diatonische toongeslacht, waarbij het tetrachord opgebouwd is uit diatonisch elkaar opvolgende seconden, en waarbij een toonladder bestaat uit twee elkaar opvolgende tetrachorden.