Triceratops Status: Uitgestorven, als fossiel bekend | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Triceratops | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||||
Triceratops | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Triceratops op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
Triceratops[1][2][3][4] (meervoud: triceratopsen,[5][6] triceratopia in het Neolatijn) is een geslacht van uitgestorven plantenetende ornithischische dinosauriërs uit de groep van de Ceratopia, dat tijdens het Laat-Krijt, in het Maastrichtien, leefde in het gebied van het huidige Noord-Amerika.
De eerste resten van Triceratops werden rond 1867 gevonden in de Verenigde Staten van Amerika, in de plaats Golden. In 1889 kreeg het geslacht van de beroemde professor Othniel Charles Marsh zijn naam, die 'driehoorngezicht' betekent. De eerstbenoemde soort is Triceratops horridus. Later werden er veel meer fossielen van opgegraven die allemaal een beetje in vorm verschilden. Marsh en andere geleerden zouden daarvoor nog eens zestien soorten benoemen. Tegenwoordig denken de wetenschappers dat het bij de meeste hiervan niet om aparte soorten gaat. Misschien is alleen T. horridus echt. Het kan zijn dat er nog een tweede soort was: T. prorsus.
Door de vele vondsten is de bouw van het dier goed bekend. Triceratops was erg groot. Hij kon negen meter lang, drie meter hoog en dertien ton zwaar worden. Hij had een enorme kop, een korte stevige nek, een gedrongen smalle romp en een korte staart die een beetje afhing maar niet over de grond sleepte. De huid was bedekt met schubben waarvan de kleur onbekend is. Het lichaam rustte op vier poten die zeer zwaar gespierd waren. De stand van de achterpoten was recht. De voorpoten stonden meer gespreid met de ellebogen iets naar buiten gericht. De binnenste vingers en tenen droegen kleine hoefvormige nagels. De kop was langwerpig. Op de achterkant van de schedel groeide een breed beenschild dat tot over de nek en schouders liep. Boven de ogen stonden twee lange hoorns. Een derde, kortere, hoorn was op de neus geplaatst. De smalle snuit droeg een scherpe hoornsnavel. Daarmee rukte Triceratops struiken uit de grond die door scherpe rijen kleine tanden in stukken geknipt werden. Die werden meteen doorgeslikt en in de grote buikholte verder verteerd.
De geleerden zijn het er niet over eens waartoe het nekschild en de hoorns dienden. Ze kunnen gebruikt zijn om zich te verdedigen tegen de gigantische Tyrannosaurus rex, het belangrijkste roofdier dat in het leefgebied van Triceratops voorkwam. Die mogelijkheid heeft Triceratops tot een van de bekendste dinosauriërs bij het grote publiek gemaakt. Maar sommige wetenschappers denken dat er alleen onderling mee gevochten werd, om te bepalen wie het sterkst was. Anderen geloven dat ze slechts bedoeld waren om mee te pronken of om de verschillende soorten uit elkaar te houden.
In het gebied in Noord-Amerika waar hij leefde, behoorde Triceratops tot de talrijkste gewervelde planteneters. Hij werd vermoedelijk 66 miljoen jaar geleden aan het eind van het Krijt uitgeroeid door de inslag van een grote meteoriet. Daarmee was Triceratops een van de laatste grote dinosauriërs.