Variantie

Voorbeeld voor twee verzamelingen van 19 getallen (0, 5, ..., 90 en 0, 37, 38, ..., 53, 90).

De variantie is in de statistiek een maat voor de spreiding van een reeks waarden, dat wil zeggen de mate waarin de waarden onderling verschillen. Hoe groter de variantie, hoe meer de afzonderlijke waarden onderling verschillen, en dus ook hoe meer de waarden van het "gemiddelde" afwijken.

De variantie meet min of meer het gemiddelde van het kwadraat van deze afwijkingen. Die waarden kunnen de waarden van een populatie zijn, dan spreekt men van de populatievariantie. Betreft het de waarden van een verdeling, dan is de variantie een maat voor de "breedte" van deze verdeling, en spreekt men meestal gewoon van de variantie van deze verdeling. Is de betrokken verdeling de kansverdeling van een stochastische variabele , dan spreekt men over de variantie van .

Betreft het de uitkomsten van een steekproef, dan spreekt men van steekproefvariantie.

De populatievariantie is een parameter (eigenschap) van de populatie; de steekproefvariantie is een steekproeffunctie, een schatter van de populatievariantie. De wortel uit de variantie wordt standaardafwijking, standaarddeviatie of spreiding genoemd.


Developed by StudentB