Met het Edict tot verdrijving van de joden, uitgevaardigd op 31 maart 1492 in het Alhambra te Granada, dwong het katholieke koningspaar Ferdinand II van Aragón en Isabella I van Castilië de joden (Sefardim) hun landen te verlaten, dan wel zich tot het christendom te bekeren. In de volgende jaren kreeg de maatregel navolging in andere delen van het Iberisch Schiereiland en werden in totaal mogelijk tweehonderdduizend Joden erdoor getroffen. Vanaf dan werd de joodse godsdienst niet meer beoefend in Iberië, althans openlijk. In 1609 ondergingen de Moriscos hetzelfde lot.