Vermogenselektronica (ook wel vermogenelektronica gespeld) is een deelgebied van de elektronica waar men elektronische componenten gebruikt voor het schakelen, sturen en omvormen van grote elektrische vermogens zoals die in de energietechniek worden gebruikt.
Vermogenselektronica is ontstaan bij de ontwikkeling van elektrische tractie zoals bij locomotieven. Men zocht naar mogelijkheden om de snelheid van een trein te kunnen regelen. Vanaf het begin gebruikte men hiervoor zogenaamde 'rijweerstanden' om de tractiemotoren te sturen: deze weerstanden werden bij het optrekken in serie geschakeld met de motoren om de spanning op de motoren (en zo het vermogen) te regelen totdat een 'economische' rijstand was bereikt op vol vermogen. Dit had verschillende nadelen, waaronder een inefficiënt omgaan met energie en defecten door doorgebrande rijweerstanden als de bestuurder te lang 'in de weerstanden' bleef rijden. Bij deze -veelal- gelijkstroommotoren moeten de collector en koolborstels nog (mechanisch) onderhouden worden, in tegenstelling tot de moderne kooianker-draaistroommotoren: de zogenaamde borstelloze asynchrone inductiemachines.
Voor zowel de gelijk- als wisselstroomtractie zijn verschillende vermogenscomponenten sinds de zestiger jaren tot ontwikkeling gekomen:
Met deze vermogenselektronische componenten worden gelijkstroomchoppers en (nu) veel draaistroominverters vervaardigd gebaseerd op de gangbare elektronica schakeltechnieken, echter voorzien van netwerken tegen parasitaire invloeden van onder andere hoog-energetische velden en steile pulsmodulatie.