Een verpleegkundige is opgeleid binnen de verpleegkunde en vanuit deze opleiding bevoegd tot het uitvoeren van verpleegkundige en voorbehouden handelingen, zoals in Nederland vastgelegd in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) en in België in de Wet uitoefening gezondheidszorgberoepen. Een verpleegkundige kan zich tijdens of na een basisopleiding verder specialiseren in de zorg voor specifieke patiëntgroepen. De beroepstitel verpleegkundige is een in Nederland wettelijk beschermde titel.
Een verpleegkundige houdt zich bezig met het geven van verpleegkundige zorg. Hieronder valt ondersteuning bij of overname van de basiszorg van de patiënt, zoals persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensverrichtingen als wassen, aankleden en verschonen, maar ook het geven van maaltijden, wondverzorging, observatie, rapportage en verdere gespecialiseerde zorg. Ook het begeleiden van patiënten is een taak van de verpleegkundige. Hierbij kan het gaan om de omgang van de patiënt met ziekte en behandeling en het bevorderen of aanleren van de zelfredzaamheid daarbij. Verpleegkundigen werken onder andere samen met verzorgenden en in sommige sectoren van de zorg ook met helpenden.
Verpleegkundige handelingen (NL), of technische-verpleegkundige verstrekkingen (BE), zijn bijvoorbeeld het inbrengen van een infuus, sonde of een katheter.