Vlinderslag | ||||
---|---|---|---|---|
Bovenaanzicht van een zwemmer die de vlinderslag gebruikt.
| ||||
Algemene gegevens | ||||
Organisatie | KBZB / KNZB / FINA | |||
Start | 1933 | |||
Olympisch | 1956 | |||
Paralympisch | 1976 | |||
Kampioenen | ||||
Belgisch kampioen |
Heren François Heersbrandt (100m) Dames Sara Vanleynseele (50m) Demie De Coster (200m) | |||
Nederlands kampioen |
Heren Joeri Verlinden (50m) Joeri Verlinden (100m) Joeri Verlinden (200m) Dames Kelly De Jong (50m) Marleen Veldhuis[1] (100m) Malissa Van De heuvel (200m) | |||
Wereldkampioen |
Heren Caeleb Dressel (50m) Caeleb Dressel (100m) Kristóf Milák (200m) Dames Sarah Sjöström (50m) Margaret MacNeil (100m) Mireia Belmonte (200m) | |||
Olympisch kampioen |
Heren Joseph Schooling (100m) Michael Phelps (200m) Dames Sarah Sjöström (100 m) Mireia Belmonte (200m) | |||
|
De vlinderslag is van alle in het zwemmen gehanteerde slagen de jongste variant. Hij is voortgekomen uit de klassieke schoolslag, doordat de contrabeweging van de armen op een bepaald moment boven het water werd uitgevoerd. De zogeheten 'armdoorhaal' werd verlengd in de richting van de heupen, terwijl aanvankelijk de schoolbeenslag gehandhaafd bleef. In tegenstelling tot de school-, rugslag en borstcrawl vereist de vlinderslag kennis en vaardigheid.