Een waltoren of muurtoren is een weertoren in een vestingmuur ("wal") van een stad of kasteel. Het was de middeleeuwse voorloper van het bolwerk of bastion.
Vanaf een waltoren kon flankeringsvuur gegeven worden om de muur en het aangrenzend terrein te verdedigen. In een waltoren zaten een aantal schietgaten, vaak ook aan de voet van de muur, om de vijand vanuit een veilige positie te kunnen beschieten.
De torens staken uit boven de muur. Als de vijand de muur had beklommen kon de walgang (de loopgang boven op de muur) vanuit de toren aangevallen worden. Sommige waltorens werden zelfs voorzien van een ophaalbrug zodat ze afgesloten konden worden van de walgang.
De uitvinding van het kanon maakte de waltorens overbodig; ze waren niet bestendig tegen kanonskogels. Sommige waltorens kregen nog een tweede leven als rondeel zodat er een kanon op geplaatst kon worden.