Weidegang of ook wel beweiding is het begrip dat in Nederland gebruikt wordt voor het laten begrazen door koeien van graslanden in de melkveehouderij. Gras is het belangrijkste onderdeel van het menu van de koe. Koeien die geweid worden grazen het gras zelf[1], dit in tegenstelling tot het voeren van gras, kuilgras of hooi op stal. Koeien die in het voorjaar voor het eerst naar buiten gaan zijn meestal erg enthousiast. De koeiendans, een term die Wakker Dier ïntroduceerde, is al zeker per 2012 een ware happening waar veel publiek op af komt.[2]
Weidegang was lang een integraal onderdeel van de melkveehouderij. Op nagenoeg alle duurzaamheidsaspecten heeft het invloed: milieu, economie, ruwvoerproductie, diergezondheid, maatschappij. De invloed van weidegang op elk van deze aspecten is niet enkel positief of negatief, maar geeft een genuanceerd totaalbeeld.[3] Op basis van dit totaalbeeld is het aan de melkveehouder om af te wegen om wel of geen weidegang toe te passen. Het monitoren van de koe is gemakkelijker in een stal. Ook het reguleren van de melkproductie is meer gestandaardiseerd. Bij een gunstige verkaveling van de gronden in een gebied kan weidegang economisch gunstiger uitpakken. Tevens is voor het publiek weidegang iets dat zeer gewaardeerd wordt boven het zien van enorme stallen en lege weilanden.[4]
Weidegang is door de kritiek van publiek en politiek op de intensieve veehouderij steeds prominenter op de agenda van verwerkers en verkopers van melk komen te staan. In 2012 ondertekende de sector een convenant waarin het doel werd gesteld dat minstens 81,2% van de melkveebedrijven weidegang toepast.[5] Op weidegang werd door de melkfabrieken een premie gesteld. Na een daling in 2013 en 2014 is het vanaf 2015 gelukt, door inspanningen van melkveehouders en anderen de neerwaartse trend om te zetten in een stijging. In 2018 liet 82,0 % van de melkveehouders de koeien in de minimaal voorgeschreven weidegang grazen om in aanmerking te komen voor het label 'Weidegang'.[6] In 2020 was dit 83,7 %, een toename van ongeveer 114.000 melkkoeien. Dit is in 2021 gestegen tot 84,0 procent.