Westerlauwers Fries

Fries
Frysk
Gesproken in Friesland, Groningen
Vitaliteit 4. Onveilig
Taalfamilie

Indo-Europees

Dialecten
Creoolse talen
Alfabet Latijns
Officiële status
Officieel in
Taalorganisatie wetenschappelijk instituut Fryske Akademy, cursusinstituut en uitgeverij AFûK, dokumentatiearchief Tresoar
Taalcodes
ISO 639-1 fy
ISO 639-2 fry
ISO 639-3 fry
Portaal  Portaalicoon   Taal
De taalsituatie in Noord-Nederland

Westerlauwers Fries (kortweg Fries, in het Fries: Frysk) is een van de drie levende Friese talen en wordt hoofdzakelijk gesproken in de Nederlandse provincie Friesland en in enkele dorpen van het Westerkwartier van de provincie Groningen.

Tot in de late middeleeuwen werd een variant van het Westerlauwers Fries ook in delen van Noord-Holland gesproken: op Texel en Wieringen, in West-Friesland en in Waterland.

Net als de in Duitsland gesproken Noord-Friese dialecten en het Saterfries, stamt het huidige Fries af van het Oudfries. Deze taal vertoonde sterke overeenkomsten met het Oudengels, waarvan sommige nog steeds zijn terug te vinden in het moderne Fries.

Het Oudfries en het Oudengels worden samen met het Oudsaksisch tot de groep Noordzeegermaanse of Ingveoonse talen gerekend. Binnen deze groep vertonen het Oudfries en het Oudengels een dermate sterke gelijkenis dat soms van een Anglo-Friese subgroep wordt gesproken.[1]

Het Westerlauwers Fries is genetisch nauw verwant aan de andere moderne Friese varianten, maar deze hebben zich apart van elkaar ontwikkeld, waardoor niet of slechts in beperkte mate sprake is van wederzijdse verstaanbaarheid tussen de talen onderling.[2][3] Naast het Standaardfries kent het Westerlauwers Fries verschillende dialecten. Enkele daarvan zijn voor sprekers van de standaardtaal lastig te verstaan, omdat ze dichter bij het Oudfries staan. Het Stadsfries wordt tegenwoordig beschouwd als een Nederlands ("Hollands") dialect met een Fries substraat.

  1. J. Harvey - Background on Frisian
  2. Piet Hemminga, 'Language Policy in Germany and the Netherlands. A Comparison with Regard to the Three Frisian Languages', in: Ethnos Nation 7 (1999), p. 81-94: citaat: “For a common speaker of one of the Frisian variants the three languages are too dissimilar to understand the other variants.”
  3. Femke Swarte, Nanna Haug Hilton & Charlotte. Gooskens, 'Onderlinge verstaanbaarheid tussen Noord- en Westerlauwers Fries'. in: Us Wurk, tydskrift foar Frisistyk 62 (2013), p. 21-46.

Developed by StudentB