Westerse astrologie is de astrologie zoals beoefend in het westen, die teruggaat op de Tetrabiblos van Claudius Ptolemaeus uit de 2e eeuw. Dit werk steunt dan weer op voorafgaande hellenistische tradities en uiteindelijk op de Babylonische astrologie. Astrologie is een pseudowetenschap. De kosmologie van de astroloog is geocentrisch, waarbij de zon, de maan, de sterren en de planeten draaien rond de aarde als stilstaand centrum. De analyses en voorspellingen die astrologen maken op basis van dit model (de horoscopen) worden als onwetenschappelijk bestempeld omdat er geen bewijs bestaat voor een verband tussen de stand van hemellichamen en de aard en de toekomst van mensen (lees daarover meer in het artikel astrologie). Dit artikel behandelt in de eerste plaats de klassieke westerse astrologie. Voor ontwikkelingen vanaf de 20e eeuw: zie Psychologische astrologie.