Wet van Ohm

Elektromagnetisme
elektriciteit · magnetisme
Wetenschappers

De wet van Ohm is een empirische natuurkundige wet, genoemd naar de Duitse natuurkundige Georg Ohm, die een relatie legt tussen spanning, weerstand en stroomsterkte.

De wet van Ohm luidt als volgt:

De stroomsterkte door een geleider is recht evenredig met het potentiaalverschil tussen de uiteinden.

Het quotiënt van spanning en stroomsterkte is dus een constante. Deze constante wordt de weerstand van de geleider genoemd.

In symbolische notatie:

waarin U de spanning of het potentiaalverschil, I de stroomsterkte en R de weerstand is. De eenheid U wordt uitgedrukt in V (volt), I in A (ampère) en R in Ω (ohm).

De wet van Ohm definieert in feite de materiaaleigenschap elektrisch geleidingsvermogen. De wet geldt voor vele materialen die geleiders worden genoemd. Als zodanig is de wet van Ohm ook anders te formuleren:

met J de elektrische stroomdichtheid in A/m2 (ampère per vierkante meter), σ het elektrisch geleidingsvermogen in Ω−1m−1 (siemens per meter) en E de elektrische veldsterkte in V/m (volt per meter)

Georg Ohm

Als de spanning niet constant is gaat de zelfinductie van de geleider een rol spelen, zie ook impedantie.


Developed by StudentB