De winter is een van de vier seizoenen in de gematigde en polaire streken. Het afwisselen van de winter met de andere seizoenen wordt veroorzaakt door de schuine stand van de aardas. In de winter staat op het noordelijk halfrond de aardas van de zon af en in de zomer juist naar de zon toe. Op het zuidelijk halfrond is dit omgekeerd, zodat de winter zich daar juist afspeelt tijdens de zomer van het noordelijk halfrond.[1] Het meest kenmerkend aan de winter is hierdoor, behalve de in vergelijking met andere seizoenen lage temperaturen, de korte dagduur.
Een bepaalde winter kan worden aangeduid met twee opeenvolgende jaartallen, zoals 'winter 2024/2025'. Als er maar één jaartal staat dan is het het jaar waarin de winter begint.[2]
Zoals ook met de andere seizoenen, wordt onderscheid gemaakt tussen de meteorologische en de astronomische winter.